Barbara de Kort neemt afscheid als voorzitter van het LEJK

Barbara de Kort is recent afgetreden als voorzitter van het bestuur van het LEJK. Zij was betrokken bij de oprichting en werd daarna voorzitter. Wat dreef haar om – samen met anderen- het Landelijk Expertisecentrum Jonge Kind op te richten? En: welke rol speelde de identiteitsontwikkeling en de educatie van het jonge kind in haar onderwijsloopbaan?

Ik las op LEJK.nl dat u hebt gezegd: "De oprichting van het LEJK is een lang gekoesterde wens voor mij. Alle jonge kinderen verdienen een hoge kwaliteit van educatie en onderwijs. Om dat te bereiken, moeten we samenwerken en van elkaar leren: praktijk, opleiding en onderzoek.” Waar kwam deze wens uit naar voren?

Barbara: "Die wens had alles te maken met beeldvorming rond en ingenomen stellingen als het om educatie jonge kind gaat. Er was een sterk verlangen (ook bij de politiek) om de oude kleuterkweekschool weer te laten herleven of om de pabo te splitsen in een jonge kind en oudere kind pabo. En daarbij werd gemakshalve aangenomen dat de kleuterjuf of –meester op het gebied van voorwaardelijke kennis met minder toe zou kunnen. ‘Als je aan kleuters lesgeeft, hoef je niet te kunnen rekenen’, was een opvatting die regelmatig in die periode van onrust werd gehoord. De wens om de kleuterkweekschool weer te laten herleven is in die zin serieus genomen dat in het netwerk jonge kind alles gericht was op de specifieke competenties die noodzakelijk zijn bij ‘educatie jonge kind’.

We merkten dat er behoefte was aan bijeenbrengen van kennis op dat gebied, aan het ontwikkelen of toegankelijk maken van nieuwe kennis. Dit alles om ook zichtbaar te maken dat voor het onderwijs aan jonge kinderen geen sprake kan zijn van ‘een tandje minder kan ook wel’, maar juist van hoogwaardige kennis en vaardigheden. Het beeld is: ’20 tot 30 kinderen in je groep, die allemaal op een eigen niveau bezig zijn met zich te ontwikkelen. Probeer dat maar eens in goede banen te leiden, met oog voor ieder individu’ .Kinderen (jong en oud) verdienen leraren die goed toegerust zijn voor die complexe opdracht! Vanuit het LEJK voegen we daaraan toe: goed toegerust met specifieke competenties, kennis en vaardigheden op het gebied van educatie jonge kind.

Het promotieonderzoek ging in op een zich ontwikkelende organisatie. Bij het thema identiteitsontwikkeling en het jonge kind, dan denk ik aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Kunt u hierop reflecteren?

"Lange tijd heeft men, ook rond persoonlijke identiteitsontwikkeling, gedacht dat de mens een soeverein subject is, die in vrijheid zijn of haar identiteit ontwikkelt. Tegenwoordig is er een andere geluid zichtbaar en hoorbaar. Iemand als Judith Butler zegt: subjectificatie (subject worden) is weliswaar een product van voorgegeven structuren, maar het subject worden zelf biedt ook mogelijkheden om actief te reageren of te ageren.

Lange tijd hebben we (jonge) kinderen benaderd als ‘mens in wording’. Mede geïnspireerd door denkers als Janusz Korczak en Hannah Arendt pleiten we nu voor: een kind is ook een mens. En ja, ook jonge kinderen zijn mensen en enerzijds is hun subject worden (en daarmee ook hun identiteitsontwikkeling) ook een product van voorgegeven structuren. Anderzijds is er een mogelijkheid om actief te reageren en ageren op ‘de voorgegeven structuren en bijbehorende narratieven’.

Dat begrijpen, kinderen daarin ook daadwerkelijk ruimte bieden voor agency (eigen handelingsmogelijkheid), dat vraagt goed toegeruste leraren, professionals in de ware zins des woords."

Het LEJK focust zich niet alleen op de onderbouw van de basisschool, maar ook op de kinderopvang. En op de periode nul-acht jaar, waarin ontzettend veel gebeurt in de ontwikkeling van een kind. Wat is uw visie, hoe krijgen we eenheid in de ontwikkellijn van kinderen over de grenzen van onderwijs en opvang heen?

"Alle afgebakende gebieden die we nu kennen en hanteren als het om ontwikkeling van mensen gaat, zijn sociale constructen, die hun legitimatie verliezen (zo die legitimatie er al was): het gebied van 0-4 jaar, van 4-8 jaar, 8-12 jaar en van 12-16 jaar en ouder. We moeten aandacht krijgen en geven aan ‘doorgaande lijnen’, aan ontwikkelingslijnen die niet lineair en continu zijn, aan (ten onrechte) uitsluitend werken met standaardisering en het meten van voldoen aan de standaards. Ontwikkeling is een ‘continuüm, waarin ‘kwalificatie, socialisatie en subjectificatie’ alle aandacht verdienen. Daarom is het goed dat bijvoorbeeld ook het LEPOVO er inmiddels is."

Hebt u een afsluitende boodschap voor de lezer, de geïnteresseerde die van collega's wil leren over het opvoeden en onderwijzen van het jonge kind?

"Ik verwijs graag naar twee, wat mij betreft baanbrekende, denkers als het om onderwijs en pedagogiek gaat: Gert Biesta en Joop Berding. Gert Biesta met zijn betoog over de drie belangrijke doelgebieden voor onderwijs: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Ruimte voor subject worden (de agency ofwel handelingsmogelijkheid, ook in identiteitsontwikkeling), naast ontwikkeling van kennis en vaardigheden, en naast je weg vinden in voorgegeven structuren. Lees eens dit interview bij de PO-Raad met hem.

Joop Berding met zijn ‘Ik ben ook een mens – opvoeding en onderwijs aan de hand van Korczak, Dewey en Arendt’, zie dit artikel bij NIVOZ. Beiden dragen voor de ontwikkeling van mensen (kinderen, jong volwassenen en volwassenen) heel belangrijke inzichten aan.

 

Barbara de Kort

Barbara heeft een bevlogen carrière achter de rug. Zij studeerde Theologie aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit Amsterdam; tijdens haar doctoraalstudie startte zij haar loopbaan als godsdienstdocente, eerst in het voortgezet onderwijs, vervolgens in het opleidingsonderwijs. Zij werkte jarenlang aan de Marnix Academie te Utrecht, de protestants-christelijke opleiding leraar basisonderwijs. Zij was in het (leraren-)opleidingsonderwijs actief als docente, opleidingsmanager, nascholer, lid van het College van Bestuur en onderzoeker.

Haar promotieonderzoek, een onderzoek naar identiteitsontwikkeling van en in Marnix Academie, is gevat in het boek 'Identiteitsontwikkeling van en in een lerarenopleiding -  Antwoorden op het Appèl van de Ander' (2019).

Van 2015-2022 was zij voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO). In die periode was zij mede verantwoordelijk voor het in het leven roepen van het Netwerk Jonge Kind. Vanuit het netwerk zijn initiatieven ontwikkeld om tot een Expertisecentrum Jonge Kind te komen. Het LEJK-voorzitterschap volgde: het Expertisecentrum is in 2021 opgericht.
Lees een terugblik op haar LOBO voorzitterschap bij 10voordeleraar.nl.

Previous
Previous

Master Jonge Kind aan de Hogeschool Rotterdam: twee studenten vertellen

Next
Next

LEJK-lector Ineke Oenema-Mostert met pensioen: ‘Jonge kinderen hebben recht op sterke professionals’