Onderzoekslijn

Spelontwikkeling en spelbegeleiding

Inleiding

Alle jonge kinderen spelen graag. Ze doen dat uit zichzelf en gaan er vaak helemaal in op. Veel professionals in educatie en onderwijs aan jonge kinderen benadrukken het belang van spelen voor de ontwikkeling. Ze gaan er vanuit dat spelen leidt tot ontwikkeling. Toch is die conclusie voorbarig. Er worden wel relaties gevonden tussen niveaus van spel en andere ontwikkelingsniveaus, maar we weten niet wat dat veroorzaakt. Leidt betere taalvaardigheid of inlevingsvermogen bijvoorbeeld tot beter rollenspel? Of leidt beter rollenspel tot betere taalvaardigheid en inlevingsvermogen? Of is er misschien een onderliggende ontwikkeling die zowel de spelontwikkeling als de taalontwikkeling beïnvloedt? En hoe zit het met de relatie tussen spel en creativiteit, hogere denkvaardigheden, kennis van de wereld…? De wetenschap heeft hier nog geen sluitende antwoorden op (Lillard e.a., 2013; Walker & Gopnik, 2013). Toch zien wetenschappers het spel wel degelijk als een kansrijke context voor de ontwikkeling van jonge kinderen, omdat spel voldoet aan een aantal algemene kenmerken die het leren van jonge kinderen bevorderen:

  • Kinderen zijn zelf actief in handelen en denken

  • Kinderen hebben keuzevrijheid en veel eigen inbreng

  • Kinderen laten vaak een hoge betrokkenheid zien in hun spel

Spel is bovendien een ‘rijke’ activiteit, in die zin dat meerdere ontwikkelingsgebieden tegelijkertijd worden aangesproken: om te spelen hebben kinderen motorische, cognitieve, sociaal-emotionele en zelfregulerende vaardigheden nodig. Spel is dus een ‘kansrijke’ context voor het stimuleren van de ontwikkeling, mits kinderen zich in hun spel ontwikkelen en mits de professional een actieve rol aanneemt in de begeleiding van spel. De professional is verantwoordelijk voor:

  • Ondersteuning van de spelontwikkeling (als doel op zich)

  • Een rijke en uitdagende speelleeromgeving

  • Kwaliteitsvolle interacties met en tussen kind(eren) voor, tijdens en na het spel

  • Het creëren van intersubjectiviteit (gedeeld perspectief) met en tussen kinderen

  • Scaffolding van spel in de zone van naaste ontwikkeling

Onderzoeksvragen

Een spel-georiënteerd curriculum in het onderwijs aan jonge kinderen vereist dus goede kennis van wat spel is, hoe spel zich ontwikkelt en welke spelbegeleiding nodig is om aan de brede ontwikkeling van kinderen bij te dragen. In de netwerkbijeenkomsten van het Landelijk Expertisecentrum Jonge Kind hebben zowel professionals uit de praktijk als opleiders aangegeven dat het bij hun collega’s en studenten nog vaak aan deze kennis en vaardigheden ontbreekt. Ook vragen ze zich af hoe zij hun collega’s of studenten kunnen ondersteunen om hierin bekwamer te worden en spelbegeleiding tot vaste routine te maken. Dat leidt tot de volgende twee centrale onderzoeksvragen:

  1. Op welke manier kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals zich bekwamen in het ondersteunen van de spelontwikkeling (als doel op zich)?

    • Hoe kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals ondersteund worden in het observeren van spel en spelontwikkeling?

    • Hoe kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals ondersteund worden in het stimuleren van verschillende niveaus in de spelontwikkeling?

  2. Op welke manier kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals zich bekwamen in het stimuleren van de brede ontwikkeling in de context van spel, oftewel lerend spelen?

    • Hoe kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals ondersteund worden in het herkennen van en inspelen op incidentele leerkansen in spel?

    • Hoe kunnen (aankomend) leerkrachten en pedagogisch educatief professionals ondersteund worden in het doelgericht creëren en begeleiden van intentionele leerkansen in spel?

Onderzoeksopzet

Het onderzoek krijgt de vorm van een ontwerponderzoek. In een professionele leergemeenschap (PLG) van leerkrachten/onderbouwspecialisten, pedagogisch coaches en opleiders (Ad PEP en Pabo) worden tools en werkactiviteiten ontworpen die kennis, inzicht en handelen van professionals en studenten in lerend spelen versterken. Daarbij wordt steeds de volgende cyclische werkwijze gehanteerd: in de PLG worden ervaringen met bestaande instrumenten, methodieken en technieken geïnventariseerd en vergeleken met literatuur. Op basis daarvan worden ontwerpeisen opgesteld en prototypen van tools of werkactiviteiten ontworpen die onafhankelijk zijn van een bepaalde methodiek of onderwijsbenadering, zodat deze in een brede context toepasbaar zijn. Deze ontwerpen worden uitgeprobeerd in de eigen praktijk van de PLG-deelnemers, vervolgens systematisch geëvalueerd, bijgesteld en opnieuw uitgeprobeerd. Een voorbeeld:

Veel observatiesystemen en andere volgsystemen voor de ontwikkeling van jonge kinderen bevatten geen of alleen een globale beschrijving van de spelontwikkeling. Deze instrumenten ondersteunen (aankomend) professionals dus nauwelijks in het herkennen van spelontwikkeling. Er is veel meer kennis voorhanden over spelontwikkeling dan de meeste (aankomend) professionals tot hun beschikking hebben. Enkele spelgeoriënteerde programma’s, zoals HighScope / Kaleidoscoop, Ervaringsgericht onderwijs en Ontwikkelingsgericht onderwijs bieden observatieinstrumenten die gedetailleerdere informatie bevatten over de spelontwikkeling, maar professionals zijn hiervan te weinig op de hoogte, omdat deze instrumenten niet vrij beschikbaar zijn. Bovendien hebben deze instrumenten elk hun eigen sterktes en zwaktes. Een programma-onafhankelijk instrument kan de stand van kennis toegankelijk maken voor een breder publiek en inzetten op sterktes vanuit verschillende bestaande instrumenten. In een dergelijk instrument zou bijvoorbeeld de mogelijkheid geboden kunnen worden om zowel de grotere ontwikkelingsperspectieven aan te geven als specifiekere stapjes in de spelontwikkeling of relevante ontwikkellijnen binnen specifieke vormen van spel.

Opbrengsten van het onderzoek

Het onderzoek leidt tot een online toolbox die instrumenten bevat voor dagelijks handelen in de praktijk, en ook suggesties voor gezamenlijke professionaliseringsactiviteiten in een onderbouwteam, VVE-team of opleiding. De toolbox is vrij toegankelijk voor opleiders en praktijkprofessionals. De toolbox bevat in ieder geval de volgende producten:

  • Een observatie-instrument voor spelontwikkeling of voor verschillende niveaus van spelontwikkeling. - Videofragmenten van verschillende spelniveaus, met uitleg.

  • Uitleg en voorbeelden van relevante begeleidingstechnieken voor verschillende spelniveaus.

  • Uitleg en videovoorbeelden van verschillende spelsituaties en de leerkansen die daarin herkenbaar zijn.

  • Videofragmenten van verschillende spelbegeleidingstechnieken, met uitleg.

  • Waardevolle routines van begeleide en geleide activiteiten rond spel die de brede ontwikkeling ondersteunen. Hier valt te denken aan narratieven, eventueel ook voorzien van beeldmateriaal en instrumenten ter ondersteuning.

De toolbox beoogt opleiders, onderbouwcoördinatoren en pedagogisch coaches te ondersteunen bij de professionalisering van studenten in de initiële opleiding (Ad PEP en Pabo) of nascholing of van leerkrachten en pedagogisch educatief professionals in de eigen praktijk in:

  1. Het herkennen, volgen en stimuleren van spelontwikkeling in hun (stage)praktijk.

  2. Het benutten van leerkansen in de context van spel.

  3. Het creëren van leerkansen in de context van spel.

Planning

Het onderzoek start half november met voorbereidende werkzaamheden. Tussen januari en juli 2022 zijn er drie- tot vierwekelijkse PLG-bijeenkomsten van 2,5 uur en beproeven de deelnemers tussen de bijeenkomsten door de voorlopige ontwerpen in hun eigen praktijk met studenten of collega’s. Vanaf september 2022 ligt de nadruk op de ontwikkeling van de toolbox. De conceptversie van de toolbox is gereed in december 2022.

 

Betrokken lector: Annerieke Boland

Opleiders (Pabo en Ad PEP) en praktijkprofessionals uit de voorschool/kinderopvang of het basisonderwijs (groep 1-3) die een coachende of coördinerende rol hebben voor hun collega’s doen mee in een professionele leergemeenschap (PLG). Zij delen expertise en praktijkervaring, proberen voorlopige ontwerpen uit in hun eigen praktijk en evalueren die kritisch en dragen bij aan producten voor de toolbox.