De ontwikkeling van kinderen bij tegenspoed: Afbakening in hersenen en gedrag op basis van ervaringen


Uitgewerkt door: Cathy van Tuijl

De afgelopen decennia is duidelijk geworden dat negatieve ervaringen bij met name jonge kinderen (0-5 jaar) een belemmerende invloed hebben op de hersenontwikkeling en het leren. Jonge kinderen zijn vooral kwetsbaar voor de negatieve gevolgen van armoede. Om te begrijpen hoe negatieve omstandigheden inwerken op de vroege ontwikkeling gebruiken de auteurs principes uit de biologie en psychologie die wijzen naar kanalisatie, versmalling of afbakening door ervaring. Kinderen reageren op negatieve ervaringen met aanpassingsprocessen op verschillende niveaus, zoals op biologisch niveau (stressfysiologie), op neurocognitief niveau (neurocognitief functioneren) en gedragsniveau (zelfregulatie). De auteurs pleiten voor een heroriëntatie in ons denken over de wijze waarop psychosociale en economische tegenspoed gerelateerd zijn aan aanpassingen en continuïteit in ontwikkeling. Ouders en verzorgers dienen ondersteund te worden bij het tonen van responsiviteit, consistentie en warmte omdat deze opvoedingskenmerken leiden tot een flexibele stressfysiologie die op zijn beurt de ontwikkeling van zelfregulatie van jonge kinderen beïnvloedt.

Blair en Raver (2012) zien ontwikkeling als een proces op verschillende maar samenhangende niveaus (van celniveau tot gedrag- en sociaal niveau) dat gevormd wordt door ervaringen. Blootstelling aan armoede beïnvloedt de ontwikkeling van jonge kinderen op verschillende niveaus. Met hun model van ‘experiëntele kanalisatie’ verwijzen de auteurs naar processen in de ontwikkeling die gepaard gaan met het specialiseren van sommige functies en vaardigheden ten koste van andere, minder belangrijke functies en vaardigheden. Dit wordt ook wel ‘selectieve optimalisatie’ genoemd. Kinderen reageren op negatieve ervaringen met aanpassingsprocessen op verschillende niveaus, zoals op biologisch niveau (stressfysiologie), op neurocognitief niveau (neurocognitief functioneren) en gedragsniveau (zelfregulatie). Die aanpassing is in negatieve omstandigheden zoals armoede wel nuttig op korte termijn maar heeft negatieve gevolgen op lange termijn. Voortdurende alertheid op bedreiging als korte termijn aanpassing van kinderen in stressvolle omstandigheden gaat op lange termijn gepaard met beperkt executief functioneren, en toename van kans op negatieve sociale interacties en relaties.

Blair en Raver hanteren onderstaand model om het effect van armoede te schetsen. In dit model wordt uitgegaan van ervaringen die kinderen opdoen in hun omgeving en de invloed daarvan op verschillende niveaus binnen het individu. Armoede heeft materiële en psychosociale consequenties voor kind en opvoeders, zoals beperkte woonruimte, gestreste ouders met hogere kans op conflicten, boosheid, agressie en depressie. Het psychologisch functioneren van ouders beïnvloedt de kwaliteit van de opvoeding. Afhankelijk van enerzijds de genetische achtergrond van het kind en anderzijds de wijze waarop ouders in staat zijn de stress te hanteren in opvoeding zal het kind meer of minder stresshormonen aanmaken. Stresshormonen hebben effect op neurale activiteit in de hersenen, zoals de neiging tot reflectieve (eerst nadenken, dan doen) of meer reactieve responsen (‘fight or flight’). Vroege stress beïnvloedt de ontwikkeling van stressfysiologie. Deze stress verandert de expressie van genen en leidt tot structurele veranderingen in de hersenen alsmede tot veranderingen in verbindingen tussen hersengebieden. En vervolgens beïnvloedt dit weer de ontwikkeling van de zelfregulatie.

In bovenstaand model is de kwaliteit van de opvoeding belangrijk: ofwel ten goede: als buffer tegen gevolgen van armoede, of ten kwade: als versterker van de gevolgen van armoede en de daaropvolgende fysiologische, neurocognitieve  en zelfregulatieontwikkeling. Voor veel kinderen zal een interventie voor ouders onvoldoende zijn en zullen ook andere ecosystemen ingeschakeld dienen te worden. Daarbij moet aandacht zijn voor verandering op verschillende niveaus.


Gerelateerde wetenschappelijke bronnen

Bron
Titel: Child development in the context of adversity: Experiential canalization of brain and behavior
Auteurs: Blair, C.B. & Raver, C.C.
Publicatie: American Psychologist, 67(4), 309–318
Publicatiedatum: 2012
Previous
Previous

Heroverweging van jonge kind onderwijs

Next
Next

Vroege ervaring en hersenontwikkeling