‘Het doen van onderzoek is de meerwaarde voor het expertisecentrum’

Anita Derks is directeur van het Landelijk Expertisecentrum Jonge Kind (LEJK). Volgens Anita is het doen van onderzoek de meerwaarde voor het nieuwe LEJK. Het gaat om praktisch onderzoek in de driehoek LEJK, werkveld en de opleidingen. Haar ambitie is: kennis vrijmaken, een bijdrage aan beter onderwijs leveren en verrijken. En eigenlijk is er ook een ambitie op het politieke schaakbord, namelijk duidelijk maken dat goed onderwijs voor jonge kinderen er toe doet. We werken aan steeds beter onderwijs voor jonge kinderen, rekening houdend met gelijke kansen. Anita Derks is opleidingsmanager aan de pabo van de Hogeschool Rotterdam. Oorspronkelijk was ze gymdocent en op de pabo heeft ze zich gespecialiseerd in bewegingsonderwijs aan het jonge kind. Maar tijdens het gesprek onthullen zich nog meer functies: ze was ook onderwijsadviseur en directeur van een basisschool. Ik krijg de indruk dat zij veel heeft gezien en doordat ze blijft werken aan de pabo van de Hogeschool Rotterdam zit ze natuurlijk volop in het netwerk: ze is goed vindbaar.

Tekst: Frank Studulski

Ik vraag Anita eerst naar haar drijfveren: wat raakt je in het werken met het jonge kind? Volgens Anita is een goede start van kinderen van groot belang, het kan het verschil maken. Ze kan dan ook met gemak een warme herinnering ophalen aan een kind waarvoor zij het verschil kon maken. In haar vitrinekast staat nog steeds een zakdoek dat een jongetje voor haar maakte omdat zij van betekenis was voor hem. Dat zijn herinneringen die je bijblijven als onderwijsmens. Dat is een bron van inspiratie en motivatie voor de meeste mensen die werken in het onderwijs. En hier in het bijzonder voor het jonge kind.

‘Het verschil maken voor ieder kind, dat wil ieder onderwijsmens’

De positie van de onderbouw

Ik heb het idee dat het niet alleen om vakkennis gaat, maar ook om de positie van de onderbouw in de school. Hoe kijk je daar tegenaan? Anita: ‘De positie van de professional is ook politiek: maar dan hebben we het over politiek op basisschoolniveau. Er staan vaak bevlogen mensen in de onderbouw, maar ze staan vaak wat alleen. Soms hebben ze het idee dat ze niet worden gezien. Met de aandacht voor de specialisatie voor het jonge kind, professionalisering, en nu ook het onderzoek willen we deze professionals ondersteunen. Als ze professioneel zijn, worden ze serieus genomen, hun mening doet er toe. Omdat er nu onderzoek aan wordt gekoppeld, versterkt dat hun positie’.

‘De versterking van de positie van de onderbouw is een belangrijk doel’

Ik heb het idee dat er veel gaande is in het stelsel voor jonge kinderen. Anita: ‘Zeker! Het gaat om een brede groep, van twee tot acht jaar. Denk aan de invloed van voor en vroegschoolse educatie (vve), de uitbreiding van vve, de harmonisatie, de discussie over de toetsen, en de ontwikkeling van integrale kindcentra (IKC). In IKC’s brengen kinderen meer tijd door. Dat roept allerlei vragen op en het is belangrijk dat we dat met bijvoorbeeld pedagogisch onderzoek goed ondersteunen. Jonge kinderen zitten in een overgang van spelen en leren en het is belangrijk dat we daar onderzoeken hoe het onderwijs aan jonge kinderen er uit ziet.’

Nog meer onderzoeksvragen

Ik krijg het gevoel dat er nu een wensenlijstje naar boven borrelt voor onderzoek, maar Anita benadrukt dat de vragen tot stand gaan komen op basis van veld aanvragen en op basis van gesprekken met de lectoren. Ik probeer haar toch uit te dagen: wat zouden haar wensen zijn?

Een onderzoeksvraag zou zich bijvoorbeeld kunnen richten op de invloed van het programma gericht werken in de onderbouw. Anita heeft het idee dat de invloed van programma gericht werken in de onderbouw sterker is geworden. Daarmee is het goed begeleiden van spel en goed begeleiden onder druk komen te staan. Een ander onderwerp zou kunnen zijn: hoe gaan we beter samenwerken in het IKC, waarbij de leeftijdsgroep twee tot vijf meer in beeld komt. Of denk aan een vraag rond passend onderwijs: wat voor invloed heeft passend onderwijs op de ontwikkeling van kinderen? De leeftijdsgrenzen is een vraagstuk, we werken niet meer vanaf vier jaar. Of denk aan de discussie over het leerstofjaarklassensysteem. En natuurlijk ook de kracht van spel en een spelgericht curriculum. Genoeg vragen, maar zij benadrukt dat het overlegd moet worden met het veld en de lectoren.

armen.jpg

Zijn wij voldoende ‘onderzoeksminded’?

Ik kan het niet nalaten toch een nare vraag te stellen: er is veel aandacht voor het evidence based werken en daar komt ook de aandacht voor onderzoek uit voort. Maar in de praktijk is nog niet iedereen ‘onderzoeksminded’ en ook bij de opleidingen mag er een tandje bij. Dat verzin ik niet zelf, dat staat in het recente rapport van de Galan Groep over de kennisinfrastructuur in het onderwijs.

Maar Anita lijkt hierop voorbereid: ‘De opleidingen hebben een enorme stap gemaakt in het onderzoekend leren, maar er kan altijd een stapje bij. Bovendien gaat het om het verbeteren van de beroepspraktijk, en dat doe je door praktijkgericht onderzoek. Eigenlijk onderzoek je met toegankelijke methoden hoe je de eigen praktijk kunt verbeteren, maar daarvoor zet je wel een onderzoeksbril op, je neemt een onderzoekende houding aan. Lectoren en opleiders kunnen helpen bij het stellen van de juiste vragen, het opzetten van een onderzoek, en het interpreteren van de uitkomsten. Echt fundamenteel onderzoek laten we meer over aan lectoren en hoogleraren, maar juist een onderzoekende houding vinden we voor professionals heel belangrijk. En omdat we heel veel registreren, hebben we vaak ook veel data.’

Anita daagt mij uit om nog zo’n prikkelende vraag te stellen: we hebben sinds een paar jaar de academische pabo. In de praktijk zien we dat de mensen met deze opleiding soms maar moeizaam hun draai kunnen vinden op een school en er vaak voor kiezen om dan door te leren.

Anita ziet dat als een tijdelijk probleem. Zij stelt: ‘Onderzoek krijgt een steeds belangrijker plaats in de basisschool. De eerste studenten van de academische pabo konden moeilijk een plek vinden, dat klopt, maar we moeten verder kijken. We moeten op zoek naar een combinatie van competenties. Het gaat om professionele diversiteit in een basisschool: iedereen werkt vanuit een generalistische competentie, maar heeft ook speciale competenties. Een divers team heeft academische competenties, specialisten, professionals met meer en minder ervaring, met verschillende opleidingen, zoals de associated degree.’

Het LEJK gaat energie geven!

Terug even naar het LEJK: waar ga je de komende tijd de meeste energie in steken Anita? ‘Nu eerst gaan we met de onderzoekers kijken naar de onderzoeksagenda, we gaan verbindingen leggen en tegelijkertijd gaan we ook nadenken over het verduurzamen van het LEJK. Misschien door samenwerking, of op andere manieren. Het is ook belangrijk om de politiek mee te nemen in de behaalde resultaten en het belang van het LEJK. We willen dat op een positieve manier doen.’

Via het scherm kan ik wel zien dat ze een heel energieke uitstaling heeft, dus dat gaat vast wat worden.

Anita Derks.png

Anita Derks
Directeur expertisecentrum


Laatste bijdragen

 
Previous
Previous

‘Onderzoek maakt je bewuster van wat je doet’

Next
Next

‘Een nieuwe stempel drukken op de jonge kind educatie’