Context bij de ontwikkeling van executieve functies bij kinderen


Uitgewerkt door: Ineke Oenema-Mostert

Dit artikel belicht de invloed van executieve functies op gedrag en prestaties van kinderen thuis, op school en voorschool en in de gemeenschap. De typische en atypische ontwikkeling van executieve functies speelt een centrale rol in de neuropsychologie en neurowetenschappen. Het is van belang dat ouders, educatief professionals, leerkrachten hier kennis van hebben en zich bewust zijn van deze ontwikkeling van het kind. Guare stelt in zijn artikel Barkley's definitie van executief functioneren centraal: “zelfregulatie [van gedrag] om doelen te bereiken”. Guare stelt dat executieve functies zich ontwikkelen in een real-world context. Ook interventies met betrekking tot executieve functies moeten daarom plaatsvinden in de real-world context.

Het Centrum voor het Developing Child van de Harvard University beschrijft executieve functies als de basis voor de cognitieve, sociale en morele ontwikkeling en als cruciaal voor succes in academische, gezins- en maatschappelijke contexten (2011). Hunter en Sparrow (2012) geven aan dat intacte executieve functies essentieel zijn voor het zelfstandig leven van een individu als lid van een gemeenschap, waarin het blijk geeft van zelfonderhoudend en sociaal gepast gedrag.

De ontwikkeling van executieve functies omvat volgens Guare twee kernpunten: patroonherkenning en embodied cognition. Rose en Dalton (2005) benoemen dat patroonherkenning een van drie brede, geïntegreerde neurocognitieve componenten is die een sleutelrol spelen bij het leren en het oplossen van problemen. Patroonherkenning heeft een centrale rol in het leren en impliceert een aanzienlijke inzet van neurale bronnen (Goldberg, 2009; Rugg & Yonelinus, 2003). Embodied-cognition gaat directer in op de rol van de context. Hoewel er een aantal definities van embodied cognition gebruikt worden, verwijst de term in essentie naar de stelling dat cognitie wordt gevormd door de interactie van het lichaam met de wereld via sensomotorische activiteiten (Damasio, 2010; Wilson, 2002). Andere onderzoekers (Koziol e.a., 2012) stellen dat executieve functies zich ontwikkelen door sensomotorische interacties met de wereld waarbij door deze auteurs niet zo zeer de cognitieve ontwikkeling maar de gedragscontrole als belangrijkste doel wordt benoemd.

Guare houdt daarom in dit artikel een pleidooi voor het ondersteunen van de ontwikkeling van executieve functies in de context van de kinderen. Het doel van de ondersteuning van de ontwikkeling van executieve functies is het kind in staat te stellen de zich ontwikkelende executieve functies te oefenen in contexten die ontwikkeling en groei vergemakkelijken. Ondersteuning kan bestaan uit veranderingen in de fysieke of sociale omgeving, aanpassingen in de taken die kinderen geacht worden uit te voeren, of veranderingen in de manier waarop ouders en leerkrachten met het kind omgaan (Dawson & Guare, 2010). De begeleiding wordt geleidelijk afgebouwd op het moment dat het kind meer zelfstandig executieve functies gebruikt en overdracht van deze vaardigheden naar andere omgevingen en situaties laat zien (Center on the Developing Child, Harvard University, 2011). De mate waarin ondersteuning geven wordt, hangt samen met de context waarin het kind zich bevindt en het vaardigheidsniveau van het kind. Om zicht te krijgen op deze individuele variabiliteit kan gedragsanalyse behulpzaam zijn: de mate en het type ondersteuning is dan gebaseerd op observaties van het gedrag van het kind in een bepaalde situatie. Deze contextuele benadering berust op het idee dat de ondersteuning van de ontwikkeling van executieve functies bij jonge kinderen afhangt van ouders en leraren die begrijpen wat executieve functies zijn. Maar ook weten welke invloed executieve functies hebben op de schoolprestaties, op sociale interacties, en op het gedrag van de kinderen. Dat betekent volgens Guare dat ouders en leraren zicht moeten krijgen op executieve functies en daarbij voorbeelden aangereikt moeten krijgen over de manier waarop executieve functies en vaardigheden zichtbaar en ondersteund kunnen worden in de context van het jonge kind. Dit vraagt om professionalisering over de ontwikkeling van executieve functies bij jonge kinderen. 


Gerelateerde wetenschappelijke bronnen

Bron
Titel: Context in the Development of Executive Functions in Children
Auteur: Richard Guare
Publicatie: Applied Neuropsychology: Child, 3:3, 226-232, DOI: 10.1080/21622965.2013.870015, DOI: 10.1080/1350293X.2011.548938
Publicatiedatum: 2014
Previous
Previous

De taal van spel: het ontwikkelen van woordenschat in de kleuterfase door spel als vervolg op samen een boek lezen

Next
Next

Cortisolpatronen van kinderen en de kwaliteit van de vroege leeromgeving